Ontbrekende tanden

Het verlies van één of meerdere tanden kan aanzienlijke gevolgen hebben voor je persoonlijke en professionele leven. Dit verlies kan zowel functionele problemen veroorzaken, zoals moeilijkheden bij kauwen, als esthetische zorgen met zich meebrengen. In dergelijke gevallen kunnen tandimplantaten de oplossing bieden. Een tandimplantaat is een titanium schroef die door een chirurg in het kaakbot wordt geplaatst om een verloren of getrokken tandwortel te vervangen. Deze implantaten zijn gemaakt van lichaamsvriendelijk materiaal en zullen in het kaakbot groeien, een proces dat osseointegratie wordt genoemd. Hierop kan je tandarts later een tandkroon of prothese bevestigen, waarbij je het implantaat kunt beschouwen als de fundering en de tand of prothese als het huis dat erop wordt gebouwd.

Het verlies van tanden creëert lege ruimtes in je tandboog. Het verlies van voortanden kan niet alleen esthetische problemen veroorzaken, maar ook problemen met spraak en slikken. Na het verwijderen van een tand of kies kunnen aangrenzende tanden gaan verschuiven of kantelen, wat leidt tot veranderingen in je beet. Deze verschuivingen kunnen het moeilijk maken om voedsel goed te kauwen voordat het wordt ingeslikt. Het gebrek aan tanden maakt het bovendien lastiger om alle voedselresten te verwijderen door te poetsen, wat kan leiden tot tandbederf en tandvleesontstekingen, en mogelijk verlies van andere tanden.

Wanneer een tand wordt verwijderd, begint het bot op die locatie geleidelijk te slinken. Dit is een natuurlijk proces omdat het bot zijn functie verliest wanneer er geen tand meer is. Hierdoor wordt de kaak smaller en lager. Voordat een behandelplan wordt opgesteld, zal worden gecontroleerd of er nog voldoende bot aanwezig is om een implantaat te plaatsen. Dit gebeurt meestal met behulp van een 3D-scan.

Indien er voldoende bot aanwezig is, kan de planning voor implantaten beginnen. Als er niet genoeg bot aanwezig is, kunnen opties voor botreconstructie met jou worden besproken. Het plaatsen van implantaten gebeurt meestal onder lokale verdoving na overleg met je verwijzende tandarts. Na het plaatsen moeten de implantaten in de meeste gevallen eerst vastgroeien, wat kan variëren in tijd afhankelijk van verschillende factoren. Zodra de integratie is voltooid, kan je tandarts beginnen met het maken van de tandkroon, brug of verwijderbare prothese. Soms is het mogelijk om direct na het plaatsen van de implantaten een tijdelijke kroon of brug te laten maken, hoewel dit afhankelijk is van de individuele situatie. Tijdens het opstellen van je persoonlijke behandelplan wordt nauw samengewerkt met je behandelende tandarts om ervoor te zorgen dat het behandeltraject voor iedereen duidelijk is.