Dienst:
OrthopedieDe diagnose wordt vaak op een klassieke Röntgenopname gesteld, soms geconfirmeerd met een CT of botscan. Een MRI wordt gevraagd indien er vermoeden is van zenuwuitval.
De behandeling is afhankelijk van het type van fractuur en van het al dan niet aanwezig zijn van zenuwuitval.
Conservatieve behandeling bestaat uit het dragen van een corset gedurende +/- 3 maanden.
Als operatieve behandeling kan met een mini-invasieve techniek, de wervelhoogte terug worden gecorrigeerd en wordt er cement ingespoten. Door RIZIV wetgeving komt hiervan wel een deel ten laste van de patiënt.
Een overbruggende schroeffixatie kan ook worden uitgevoerd doch is invasiever.